Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [52]Maar Ik zal Babel en allen inwoneren van [53]Chaldea vergelden al hun boosheid, die zij gedaan hebben aan Sion, voor [54]ulieder ogen, spreekt de HEERE. 52. Alsof de Heere zeide: Als Ik de Babyloniers in al de voorgemelde oordelen, als mijn instrument, zal gebruikt hebben, dan zal Ik niet nalaten te straffen de boosheid, die zij ondertussen daarin gepleegd en bedreven hebben, bijzonderlijk aan mijn volk; vergelijk boven vs.10. 53. Dat is, van het land der Chaldeen, of van Chaldea; alzo vs.35. 54. Dit spreekt God tot zijn volk, voor welker ogen Hij dit oordeel over Babel wilde laten gaan.